Cornelius Rogge

De rode draad in de onderling zeer diverse werken van Cornelius Rogge is hun geheimzinnigheid. Bronzen uit de jaren 60, met titels als Versteende windhoos en Afdruk van het heelal, verbeelden zijn verlangen om het ongrijpbare te grijpen. In zijn bekende Tentenproject uit 1975, zes canvas tenten zonder opening, transformeerde hij het traditionele symbool voor schuilen en bescherming tot een verboden ruimte van het onkenbare. Recentelijk maakte hij een serie objecten met geschilderde regenbogen van papier, opgerold of afgeknipt, dat wil zeggen zonder de geheime bron van het kleurengamma te onthullen. De werken zijn in feite een afspiegeling van zijn kunstenaarschap: 'De irreële motivatie tot scheppingsdrang moet niet verhelderd worden' 

Cornelius Rogge (1932) studeerde in 1957 af aan de Rijksakademie in Amsterdam. Hij nam deel aan meer dan honderd groepstentoonstellingen in binnen- en buitenland. Belangrijke solotentoonstellingen vonden plaats in het Stedelijk Museum Amsterdam (1970), Kröller-Müller Museum in Otterlo (1975), Rijksmuseum Twenthe in Enschede (1999) en Beelden aan Zee in Scheveningen (2008). Werk van Rogge is permanent te zien in het Kröller-Müller Museum en in de openbare ruimte van onder andere Amsterdam, Driebergen en Frenswegen (D).

In 1986 kreeg Rogge voor zijn oeuvre de David Röell Prijs en in 2005 werd hij benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau.