Reflectie prof. dr. Judi Mesman - Kennis van het hart

“Met de moed der wanhoop - soms zelfs met een beetje overmoed - proberen jonge activisten én jonge kunstenaars de wereld in beweging te brengen tegen onrecht en vernietiging. Dat geeft hoop.”– Judi Mesman  

Tijdens de feestelijke opening van Beelden in Leiden 2025 sprak prof. dr. Judi Mesman, hoogleraar aan de Universiteit Leiden, een krachtige en persoonlijke reflectie uit over de rol van kunst, activisme en wetenschap in een wereld vol uitdagingen. Haar woorden raakten precies aan waar deze editie van Beelden in Leiden over gaat: kennis van het hart.

We zijn Judi Mesman bijzonder dankbaar voor haar inspirerende bijdrage.
Lees hieronder haar volledige toespraak.

 

Prof. dr. Judi Mesman:

Een kunsttentoonstelling met als thema verzet, daarvoor kun je mij wel achter mijn bureau vandaan halen, net als voor thema’s als hoop en moed die hier centraal staan. Dank dus voor de eervolle uitnodiging om op deze tentoonstelling te reflecteren.

Spoiler alert: ik ga me niet helemaal houden aan de opdracht die de curatoren volgens het projectplan aan de kunstenaars hebben meegegeven. Daarin stond dat de kunstenaars in hun werk geen politieke, religieuze of seksuele uitingen mogen toepassen. Wees gerust, seksuele uitingen zult u mij niet horen doen en ook religieuze uitspraken zijn niet aanwezig in mijn betoog. Maar politiek kan simpelweg niet afwezig zijn in een bespiegeling over kunst en verzet. Ik hoop op uw begrip.

 

Hoop?

Over het thema hoop wordt in het projectplan voor deze tentoonstelling Rebecca Solnit geciteerd die hoop ziet als activerend, als kompas op weg naar verandering. Zo kennen we hoop al wel, als iets positiefs, maar niet iedereen ziet dat zo. Antropoloog Donna Haraway en winnaar van de Erasmusprijs van dit jaar stelt dat hoop en wanhoop allebei onhoudbare levenshoudingen zijn. Wanhoop heeft nooit een goede naam gehad, maar hoop geniet over het algemeen een goede reputatie. Hoop wordt ons door de groten der aarden nogal eens als cruciaal ingrediënt voor een betere toekomst voorgeschoteld. Dus vanwaar die weerstand tegen hoop die Haraway voelt?

Hoop betekent volgens Van Dale: wensende verwachting, dat iets goeds dat nog onzeker is en in de toekomst ligt, werkelijkheid zal worden. In de betekenis van hoop zit dus het onzekere besloten, het misschien wel tegen beter weten in wensen, of er zonder garanties toch maar vanuit gaan dat het wel goed komt. Daarmee riekt toch ook hoop naar passiviteit en machteloosheid. Blijkbaar heeft de hopende weinig invloed op de uitkomst, want het is tenslotte nog maar afwachten wat ervan terecht komt. Zoals schrijver Gustaaf Peek treffend stelde: ‘Wie hoop heeft, heeft bij voorbaat verloren’. Machthebbers daarentegen zien graag dat de machtelozen in hoop geloven. Een ongevaarlijk zoethoudertje. Gaan jullie maar fijn met z’n allen zitten hopen, dan maken wij de echte dienst wel uit. Zo bezien is hoop helemaal niet zo aantrekkelijk. Zou het niet veel beter zijn als we, zoals Peek suggereert, eisen in plaats van hopen? Hoop kan onbeantwoord voort sudderen, maar een eis verplicht tot een antwoord, of op zijn minst een geloofwaardig tegenbod.

Ik schreef samen met mijn twee oudste dochters (van 23 en 21 jaar) een essay over hoop.

De oudste schreef: “Ik voel wel wat voor eisen in plaats van hopen. Als ik nadenk over wat volwassenen kunnen doen om ons jongeren hoop te geven op een betere toekomst, kan ik eigenlijk maar tot één antwoord komen. Ik wil actie zien.” In dit citaat klinkt ook meteen de frustratie en het ongeduld door die door vele jongeren wordt gevoeld.

De tweede schreef: “Er is eigenlijk wel wat te zeggen voor wanhoop, als onrecht de norm is. Het is veel zorgelijker als we er niet meer van opkijken, als we onze schouders erover ophalen. Als de emotie wanhoop echt gevoeld zou worden, zouden we elke dag onvoorstelbaar boos en verdrietig zijn. De wanhoop geeft urgentie aan het probleem, en de motivatie om er iets aan te doen.”

 

Urgentie

Wanhoop over de wrede werkelijkheid geeft urgentie. Daar klinkt de echo van Paulo Freire, de auteur van de boeken Pedagogiek van de onderdrukten en Pedagogiek van de hoop. Hij schreef: ‘Verandering komt van mensen die niet bang zijn om te confronteren, te luisteren, en de wereld onverhuld te zien.’ Niet de ogen sluiten voor onrecht en maar blind hopen dat het goed komt. Want wat is ‘het’ dat goed moet komen? Daar komen we alleen achter door confrontatie met de wanhopig-makende onrechtvaardige werkelijkheid.

Mijn oudste dochter schreef: “Hoop is voor mij een politieke keuze. Ik kies ervoor om te geloven dat een betere toekomst mogelijk is, uit principe, en als dat niet lukt, dan maar uit koppigheid. Het is niet aan mij, in mijn rijke land met een dak boven mijn hoofd, om hopeloosheid te verkondigen. Hoop is meer dan alleen een passieve houding. Hoop is een werkwoord.”

De tweede schreef: “Het woord hoop wordt vaak genoemd wanneer we het hebben over de toekomst, terwijl we het juist met enorme urgentie moeten hebben over het nu. Hoop op een betere toekomst is een goed begin, maar wat heb je aan een mooi toekomstbeeld als je niet hier en nu opkomt voor je medemens? Op kleine en grote schaal.”

Zoals op vele protestborden op demonstraties is te lezen: “The future is now!”  Ik verwacht deze protestborden ook aanstaande zondag tijdens de Rode Lijn demonstratie in Den Haag ook weer veelvuldig te zien. U bent van harte uitgenodigd om met een kleine actie onderdeel te worden van iets groots. Start where you are, begin waar jij bent, waar jij een klein verschil kunt maken.

 

Kunst en wetenschap

Op kleine maar betekenisvolle schaal is ook een kunsttentoonstelling in Leiden met als thema verzet. Met het werk van jonge kunstenaars die zich over de urgentie van verzet buigen en daar op geheel eigen wijze uiting aan geven in hun werk. De titel van dit Leidse kunstproject luidt Kennis van het hart. Een mooie samentrekking van twee concepten die nogal eens als tegenstrijdig worden gezien. Het rationele tegenover het emotionele.

De wereld van de kennis is mijn wereld, namelijk die van de wetenschap. En niet veel wetenschappers zullen het woord hart gebruiken, tenzij ze cardioloog zijn. Kunstenaars voelen zich doorgaans een stuk comfortabeler bij een concept als het hart in overdrachtelijke zin. Wetenschappers en kunstenaars als tegenpolen dus in plaats van als mogelijke partners. Is dat nou zo?

Ik moest denken aan de draw-a-scientist-test. Al decennia lang wordt onderzoek gedaan naar het beeld dat mensen hebben van wetenschappers door ze te vragen een wetenschapper te tekenen. En al decennialang komt dat neer op een wat oudere witte man in een witte jas in een steriel laboratorium.   Het stereotiepe beeld van een kunstenaar staat daar min of meer diametraal tegenover. Hoewel onderzoek naar dit beeld bij mijn weten ontbreekt, komt google bij het woord ‘kunstenaar’ met afbeeldingen van mannen en vrouwen in rommelige ateliers met kleurrijke schilderijen waarbij de kleding van de kunstenaar niet zelden ook onder de verf zit. Met deze beelden is het geen wonder dat kunst en wetenschap niet als natuurlijke partners worden gezien.

Toch leert de geschiedenis dat kunst en wetenschap het onder autoritaire en/of populistische leiders vaak als eersten moeten ontgelden. Kunst en wetenschap zijn ideale doelwitten omdat zij niet alleen geassocieerd worden met de elite, maar ook staan voor hoop en nieuwe ideeën die ingaan tegen de heersende normen, voor het vanzelfsprekende bevragen en de samenleving vanuit nieuwe perspectieven te bezien. Beide gebieden gaan in essentie over voorstellingsvermogen, over creativiteit en experimenteren op nog onbekend terrein waardoor nieuwe inzichten ontstaan, visioenen van een mooiere en betere wereld, en soms zelfs de revolutie. Zo bezien zouden de twee beroepsgroepen natuurlijke bondgenoten moeten zijn in het streven naar een rechtvaardige samenleving.

 

Kunst, wetenschap en samenleving

Tegenover maatschappelijke betrokkenheid staat de vermeende wereldvreemdheid die zowel wetenschappers als kunstenaars wordt aangewreven. Opgesloten in een lab of atelier, in diepe concentratie en monomaan op jacht naar een wetenschappelijke of creatieve doorbraak. Dat lijken op het eerste gezicht dan weer niet de types waarvan verzet het moet hebben. Of toch? In een wereld waarin nut en opbrengst dicteren of iets waarde heeft zijn wetenschap om de wetenschap en kunst om de kunst op zichzelf al radicaal te noemen. Kennis en schoonheid als intrinsiek waardevol voor de mensheid, voor mens-zijn, ook als het niet direct iets tastbaars oplevert of een concrete boodschap verkondigt. Die gedachte is in deze neoliberale werkelijkheid al subversief, zeker in de ogen van politici die intellect en creativiteit ten diepste wantrouwen en dit ‘linkse hobby’s’ noemen.

De weerstand uit die politieke hoek is misschien wel begrijpelijk als je de beschrijvingen van de jonge kunstenaars en hun werk in deze tentoonstelling bekijkt. Een greep uit de inspirerende concepten en visies die ik over ze las: oog voor afwijkende zienswijzen, verzet tegen onderdrukking, universele symbolen voor hoop, protest en veerkracht, het openen van onze morele cirkel, een beroep op menselijke emoties, hoop als verbinding naar een ander perspectief. Ik zou me als rechtse politicus ook zorgen maken over zoveel liefdevol en bevlogen engagement voor een rechtvaardigere samenleving…

Mensen die werkzaam zijn in domeinen die als bastions van vrijheid zouden moeten fungeren, hebben misschien ook wel de plicht om vrijheid en rechtvaardigheid in meer algemene zin met hand en tand te verdedigen. Uit lijfbehoud, maar zeker ook uit solidariteit. Stilte is medeplichtigheid. None of us are free until all of us are free.

Tot slot

Hoop en wanhoop stelde ik eerder voor als tegenpolen, maar het gezegde ‘met de moed der wanhoop’ doet anders vermoeden. Volgens Van Dale betekent het ‘met het laatste beetje hoop, tegen beter weten in’. Wanhoop, maar tegelijkertijd toch een restje hoop. Dat geeft moed. En van schrijver Maya Angelou hebben we geleerd dat moed de allerbelangrijkste der deugden is, omdat men zonder moed geen enkele andere deugd consequent in de praktijk kan brengen. Met de moed der wanhoop - soms zelfs met een beetje overmoed - proberen jonge activisten én jonge kunstenaars de wereld in beweging te brengen tegen onrecht en vernietiging. Dat geeft hoop.

 

-----------

Delen van deze tekst zijn eerder verschenen op de website van het Kunstmuseum Den Haag en zullen halverwege 2025 verschijnen in S&D (Socialisme & Democratie).

Agenda

14 mei 2025

17 uur preview, uitsluitend voor bewoners van de Hooglandse Kerkgracht

15 mei 2025

16 uur opening Kennis van het Hart - Editie 2025 - Lutherse Kerk, Hooglandse Kerkgracht 26, Leiden

3 augustus 2025

finissage 2025

Altijd te bezoeken op Rhijnhof is werk van Lisa Šebestíková en Lungiswa Gqunta.

Kennis van het hart

Volg ons

en blijf op de hoogte